Excursie Voedselbossen

Voor Nederland vormen voedselbossen een betrekkelijk nieuw fenomeen. Door de verwachte positieve bijdrage aan onder meer biodiversiteit, voedselvoorziening, klimaat en (herstel) bodemkwaliteit is er momenteel veel aandacht voor, ook vanuit het provinciale natuurbeleid. Overheden en andere partijen zoeken naar mogelijkheden om deze agro-ecologische productiesystemen meer ruimte en ondersteuning te bieden, zowel wettelijk als financieel. De door 28 partijen ondertekende Green Deal Voedselbossen laat zien hoe breed gedragen die gezamenlijke zoektocht is.

Op woensdagmiddag 3 juli 2019 organiseerde het Lerend Netwerk Vernieuwing Natuurbeleid een excursie naar het voedselbos DenFoodBosch waarbij ook veel aandacht was voor het grootste voedselbos van Nederland dat momenteel in Schijndel wordt gerealiseerd. De excursie was bedoeld voor provincieambtenaren die willen leren over de mogelijkheden die voedselbossen bieden voor provinciale beleidsambities en over de rol die provincies kunnen spelen bij het stimuleren en ondersteunen van voedselbossen.

Zie hieronder het verslag en verder de beeldimpressie van de middag:

Op deze zomerse julidag deelden de provincies Noord-Brabant, Limburg, Utrecht, Groningen, Flevoland en Zuid-Holland informatie en ervaringen rondom het thema voedselbossen. We startten op het provinciehuis in Den Bosch met een goed verzorgde lunch en een toelichting op het lerend netwerk door Eddy Nieuwstraten, een verhaal over het belang van voedselbossen voor de provincie Noord-Brabant door Jeroen Mulder – met aandacht voor het in aanleg zijnde 20 hectare grote voedselbos in Schijndel, en een nadere duiding van het concept voedselbos door Wouter van Eck. Hierna vertrokken we voor een excursie naar DenFoodBosch waar we een rondleiding kregen van voedselbosboer Paul Müller.

Voedselbossen, het is een relatief nieuw fenomeen. Je kunt er heel lang over praten, maar een begeleide excursie naar een voedselbos werkt eigenlijk beter om gevoel te krijgen voor waar het om gaat. Zo ontlokte een broedende karkiet in een bamboestruik tijdens een excursie in voedselbos Ketelbroek bij Wouter van Eck de uitspraak “de karekiet discrimineert niet”. Dit was een belangrijke start om na lastige discussies over exoten tussen Stichting Voedselbosbouw Nederland en Staatsbosbeheer toch samen verder te werken aan de ontwikkeling van het voedselbos in Eemvallei Zuid.

Belang voedselbossen voor de provincie

De provincie Noord-Brabant is op verschillende fronten actief om meer bos te promoten en te realiseren. Met de pilot Schijndel, een experiment met ondernemende natuur, wil de provincie een boost geven aan de kennisontwikkeling met betrekking tot voedselbossen. Belangrijke vraag daarbij is of voedselbossen met al hun beloften ook een gezond businessmodel kunnen opleveren? De Nota Bos, het Groenontwikkelfonds Brabant (GOB) en samenwerking en ondersteuning van de HAS/lectoraat Innovatief Ondernemen met Natuur zijn belangrijke instrumenten. Het nieuwe Noord-Brabantse bestuursakkoord ‘kiezen voor kwaliteit’ heeft ambitieuze doelen geformuleerd voor natuur en bos. Bovenop de 3000 hectare uit het vorige akkoord komt er tot 2030 nog eens 5.000 hectare binnen- en 5.000 hectare buiten het natuurnetwerk bij. 2500 hectare daarvan moet in deze collegeperiode gerealiseerd worden.

Een informatieavond, met 80 deelnemers, rond de pilot Schijndel maakte duidelijk dat je voedselbossen vanuit een gebiedsgerichte aanpak moet benaderen met aandacht voor het sociale en het economische. Voor de omwonenden van de 20 hectare bij Schijndel kreeg de boer voor het eerst in vele jaren weer een gezicht. De eerste aanplant op Schijndel verliep vlot door de inzet van veel vrijwilligers uit de omgeving.

Pilot Schijndel 

In Nederland zijn landbouw en natuur los van elkaar georganiseerd. Beiden krijgen ze subsidie voor de instandho uding. Daarom moest het pionierende voedselbos Ketelbroek dat landbouw en natuur voor het eerste in Nederland combineerde het zonder subsidie doen. Bij Schijndel is nu een eigentijdse constructie bedacht om een grootschalig experiment mogelijk te maken. De Stichting Voedselbosbouw Nederland pacht de grond voor 20 jaar. De pacht van de eerste 5 jaar, de aanloopfase zonder opbrengsten, wordt over de volgende 15 jaar in rekening gebracht. De provincie Noord-Brabant bekostigt bij de pilot Schijndel het plantmateriaal à €15.000 per hectare. Er is voor een behoudende selectie plantgoed gekozen omdat een kruidenlaag aanleggen op 20 hectare heel erg duur zou worden. Na 20 jaar komt de grond terug bij de provincie en is de inschatting dat het plantmateriaal alleen al meer waard is dan wat het de provincie heeft gekost aan voorinvesteringen. Zo bekeken is het in feite een investering voor de provincie.

De aanleg van voedselbos Schijndel is in feite ook landschapsherstel. De kaart van 1900 is een belangrijke inspiratiebron geweest. Alleen al de beschutting van hagen en bosschages kan helpen uitdroging door de wind tegen te gaan.

Concept voedselbos

Toen Wouter van Eck als ‘luie boer’ in 2009 met zijn compagnon startte op 2,5 hectare voormalige maisakker werd hun geduld op de proef gesteld. Al snel werden ze geconfronteerd met een rupsenplaag op hun jonge plantgoed. In plaats van te bestrijden wachtten ze af. Al snel kwamen er (zeldzame) vogels op de rupsen af. Achteraf stelden ze vast dat de rupsen bij actief bestrijden gewoon waren teruggekomen en waren de vogels nooit gekomen. De aanwezige pioniersvegetatie van akkeronkruiden als akkerdistel boden nestgelegenheid voor de vogels, voeding voor insecten en bodemverbetering. Langzaamaan vormt zich nu een ecosysteem waarin steeds meer balans komt. Met de vogels komen ook weer de predatoren van vogels, zoals havik en wezel in het systeem terug. Wouter van Eck: “Je hebt de rupsen dus ook nodig om andere dieren te trekken”. In een voedselbos moet je daar rekening mee houden. In voedselbos Schijndel wordt 15% van het areaal gereserveerd voor het vergroten van de natuurwaarden. In Ketelbroek is natte natuur gerealiseerd waarbij de kikkers de bondgenoot zijn van de voedselbos boer.

Voedselbossen hebben de belofte in zich een rijke biodiversiteit te huisvesten. Twee studenten van de opleiding Wild Life Management van Van Hall Larenstein verzamelden in 2016 cijfers met (gestandaardiseerde) fauna tellingen op Ketelbroek en het nabijgelegen Natura2000 gebied blauwgrasland de Bruuk. Het resultaat na nog maar 7 jaar voedselbos pionieren is spectaculair te noemen.

Wouter van Eck: “Het voedselbos is een multicultureel landschap”. Voedselbossen werken ook met niet invasieve exoten. Bij veel mensen lijkt er een vrees voor exoten te bestaan, maar veel van onze vruchten die wij nu als inheems beschouwen waren voorheen exoten. “Als we in Noord-Europa gevarieerd willen blijven kunnen eten dan hebben we exoten nodig.”

Heel belangrijk voor het bodemleven en het watervasthoudend vermogen is het organische stof gehalte van de bodem. “1% organische stof in de bodem = 170.000 liter extra waterberging per ha. Vind je het gek dat waterschappen voedselbossen nu ook als kans gaan zien.”

De Green Deal Voedselbossen is een belangrijk instrument om het onderwerp voedselbossen verder te brengen. Opvallend genoeg startte het met een mix van ‘beleidsbobo’s en eco-hypsters’. Stichting Voedselbosbouw Nederland, drijvende kracht achter de green deal, wil met voedselbossen bijdragen aan antwoorden op de transitie die nodig is om de landbouw toekomstbestendig te maken. Een van de eerste resultaten van de green deal is dat er nu vanuit RVO ook een gewascode bestaat voor voedselbossen: 1940.

Op de vraag wat een voedselbos nu oplevert, antwoordt Wouter van Eck: “Ik haal een oogst van zo’n 3000 euro per ha en ik hoef er maar 4 tot 5 uur per week voor te werken.”

Bezoek aan DenFoodBosch

De provincie is indirect betrokken bij DenFoodBosch omdat AgriFood Capital voor financiële ondersteuning zorgt. Het gebied zelf is van het waterschap De Dommel. Het is voor het waterschap een experiment voor waterbergging aan de voorkant. Ook is er een samenwerking met het koepelplan van John Vermeer in het kader van het Deltaplan Hoge Zandgronden van de provincie. Paul Müller van DenFoodBosch studeerde aan de HAS toen hij besloot te stoppen en voor zichzelf voedselbossen te gaan studeren. Duurzaam ondernemen ging binnen de opleiding wat Paul betreft te veel over vanuit het bestaande de impact op het milieu verminderen. “Met voedselbossen ben je juist heel veel aan het toevoegen”.

Tijdens de wandeling wordt gewezen op de olijfwilg, een soort die hard groeit en in september vruchten geeft met een heel aparte smaak die fruitig, zoet en umami combineert. Ook leren we dat de bladeren, de knoppen, de bloemen en de knollen van Hosta’s, die veel in onze tuinen staan, heel goed eetbaar zijn. Volgens Paul Müller is de pawpaw, een beloftevolle vervanger van de banaan. Een vrucht die qua smaak ergens tussen een banaan en een mango inzit. Paul Müller laat ons de nog jonge bodem verrijkt met houtsnippers ruiken. De bosbodemgeur duidt op een rijke kolonie van schimmels, belangrijk voor het vormen van een goede bodem. Wouter van Eck vertelt dat een voedselbos in feite zonder input kan. Het is zelfs zo dat je door bomen te bemesten het verstandshuwelijk met schimmels beëindigt.

Op de vraag of er geen netten worden gebruikt tegen de vogels wordt uitgelegd dat ook hier geduld loont. Inderdaad zullen merels je eerste oogst van tien appels ruineren. Het jaar daarop zal nog een deel van de oogst aangepikt worden, maar een aantal jaren later ontstaat er een verdeling tussen mensen en dieren. Het systeem gaat naar een overvloedproductie. De oogst gaat op een gegeven moment boven de natuurconsumptie uit. Paul Müller vertelt dat de levende wilgenhaag rond het terrein in deze aanloopfase het ree wild nog even moet weren. Wouter van Eck: “Eenmaal groot dan eten de vogels voornamelijk buiten de arbo hoogte het fruit uit de fruitbomen”.

Er zijn nog geen omwonenden aan het werk op DenFoodBosch, maar verkoop aan de weg heeft de band met de omgeving al wel sterker gemaakt. Het verkrijgen van plantgoed voor voedselbossen is wel een ding. Een leverancier in Drenthe werd enthousiast en wisselt nu al jaren plantgoed en stekmateriaal met Wouter uit met gesloten beurs.

Nog even wordt stilgestaan bij de vraag of voedselbos overal zou moeten kunnen. Iedereen is het erover eens dat voedselbos niet past bij situaties van bijzondere natuur als blauwgraslanden en bij landschapsbeheer gericht op weidevogelbehoud. Verder is iedereen enthousiast over de potentie van voedselbossen voor biodiversiteit en voedselproductie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *